Adresgegevens

Noorderhoofdstraat 23
1561 AS Krommenie

Tel: 075-6216655
E-mail: info@noorderapotheek.nl

Terug naar overzicht

Medische Encyclopedie

Inhoud

isavuconazol

Isavuconazol is een antischimmelmiddel. Het werkt tegen schimmels en gisten (zoals de Aspergillus en Mucor schimmel).

Artsen schrijven het voor bij schimmel- en gistinfecties.

Wat doet isavuconazol en waarbij gebruik ik het?

Schimmel- en gistinfecties

Door een verstoord evenwicht tussen bacteriën, schimmels en gisten kunnen bepaalde schimmel- en gistsoorten beter groeien ten koste van andere. Schimmels en gisten kunnen hierdoor infecties veroorzaken in weefsels en organen. Vooral gevoelig hiervoor zijn mensen met een verminderde weerstand, zoals hiv- of aidspatiënten, zwakke ouderen, mensen met kanker of transplantatiepatiënten.

Behandeling
Uw arts kan isavuconazol voorschrijven bij bepaalde erge infecties met schimmels of gisten in weefsels, het bloed, aan longen of andere organen. Artsen schrijven het voor bij aspergillose, een longinfectie. Of bij mucormycose, een erge infectie die in meerdere organen kan voorkomen zoals de huid, longen en het zenuwstelsel.

Veel van deze schimmel- en gistinfecties worden in de eerste instantie behandeld met de antischimmelmiddelen amfotericine B, itraconazol of fluconazol. Als deze middelen niet mogelijk zijn of niet werken, kan de arts isavuconazol voorschrijven.

Werking
Isavuconazol werkt tegen schimmels en gisten, waardoor de infectie verdwijnt. Na enkele dagen tot weken merkt u dat de verschijnselen minder worden. Genezen kan echter enkele maanden duren. Het is daarom belangrijk dat u de kuur helemaal afmaakt.

Lees meer over schimmel- en gistinfecties . “

Wat zijn mogelijke bijwerkingen?

Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

  • Maagdarmklachten, zoals misselijk zijn, overgeven, diarree en buikpijn. Zelden verstopping, maagpijn, zuurbranden, misselijk zijn en een opgeblazen gevoel. Ook minder eetlust, wat zelden kan leiden tot ondervoeding.

  • Hoofdpijn

  • Slaperig zijn. Zelden niet goed kunnen slapen.

  • Aderontsteking en verstopping van een bloedvat door een bloedstolsel. 

    Dit merkt u aan een pijnlijke streng op de huid (meestal op uw been) met een rode verkleuring en zwelling. Neem contact op met uw arts als u dit merkt.

  • Benauwd zijn. 

    Raadpleeg uw arts als u hier last van krijgt.

  • Huiduitslag en jeuk.

    Zelden komt huiduitslag door overgevoeligheid (zie overgevoeligheid door dit medicijn) of door een ontsteking van de huid.

  • Leverschade

    U merkt dit aan een gevoelige, opgezwollen buik, buikpijn of een gele verkleuring van het oogwit of van de huid. Waarschuw dan meteen uw arts. Uw arts zal uw leverwaarden regelmatig controleren.

  • Moeheid

  • De nierwerking gaat plots achteruit. 

    Dit merkt u aan minder plassen en een donkere plas, hoofdpijn en misselijk zijn, vochtophoping zoals dikke enkels, handen of een dik gezicht.

  • Pijn op de borst.

    U kunt hier meer last van hebben bij inspanning. Raadpleeg uw arts als u hier last van heeft.

  • Plots kortademig zijn of niet kunnen ademen.

    Waarschuw direct uw arts als u hier last van krijgt.

  • Verward zijn, hallucinaties of andere vreemde dingen zien of horen. 

    Als u te veel last heeft van deze bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts. Deze bijwerkingen verdwijnen meestal weer als u stopt met het medicijn.

  •  Als u dit medicijn in een bloedvat krijgt: klachten op de plaats van het infuus.

    Zeer zelden klachten tijdens het infuus. U kunt dan last hebben van een lagere bloeddruk, benauwd zijn, duizelig zijn, een doof of tintelend gevoel van de handen en voeten, misselijk zijn en hoofdpijn. Waarschuw uw arts als u hier last van krijgt tijdens het infuus.

Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

  • Te weinig witte of rode bloedcellen en te weinig bloedplaatjes in uw bloed. 

    • Door te weinig witte bloedcellen heeft u een verminderde lichaamseigen afweer. U merkt dit aan vaker infecties, zoals verkoudheid, longontsteking, blaasontsteking of huidinfecties. Of aan keelpijn, koorts en blaren in de mond. Krijgt u koorts of verschijnselen van een infectie, zoals benauwd en kortademig zijn en hoesten? Raadpleeg dan altijd meteen uw arts.
    • Te weinig rode bloedcellen merkt u aan erge moeheid en een bleke huid.
    • Te weinig bloedplaatjes merkt u aan bloedingen, zoals bloedneuzen, kleine rode vlekjes in de huid, snel blauwe plekken en bloed in de plas.
  • Flauwvallen

  • Duizelig zijn en draaiduizeligheid. Dit kan komen door een lagere bloeddruk.

    Als u zich duizelig voelt, sta dan niet te snel op uit bed of van een stoel. U kunt dan het best even liggen en de benen wat hoger leggen, bijvoorbeeld op een kussen. Blijft u last houden? Bespreek dit dan met uw arts.

  • Epileptische aanvallen

    Mensen met epilepsie hebben kans dat zij meer aanvallen krijgen. Overleg hierover met uw arts.

  • Doof of tintelend gevoel in handen of voeten.

    Dit kan komen door een zenuwbeschadiging. Krijgt u last van een doof of tintelend gevoel in de huid? Raadpleeg dan uw arts.

  • Ziek, zwak en vermoeid gevoel. 

  • Depressie

    Raadpleeg uw arts als u merkt dat de klachten ontstaan of erger worden. 

  • Te weinig glucose (suiker) in het bloed. 

    U merkt dat aan klachten zoals duizelig zijn en in de war zijn. Een te lage suikerspiegel kan leiden tot flauwvallen.

  • Opgezwollen enkels en onderbenen. 

    Dit komt door te veel verwijding van de bloedvaten in de benen. Raadpleeg uw arts als u hier last van heeft.

  • Smaakverlies of een ongewone smaak in de mond.

  • Kaalheid of haaruitval.

    Het haar maakt groei- en rustperiodes door. Een medicijn kan ervoor zorgen dat de haren sneller in de rustperiode komen. Daardoor valt het sneller uit. Dit blijft niet voor altijd bestaan. Als u stopt met dit medicijn, zal uw haar weer groeien.

  • Rugpijn

  • Ontsteking van de lever. Ook kan de lever groter worden.

    U merkt dit aan plotse hevige pijn in de bovenbuik, een opgezwollen buik, gele kleur van huid en oogwit, onverklaarbare blauwe plekken, erge moeheid, keelpijn met koorts en blaren in de keel. Heeft u een van deze bijwerkingen? Waarschuw dan direct uw arts.

  • Rode of paarse puntjes op de huid. Deze ontstaan door kleine bloedingen onder de huid.

  • Een snelle ademhaling. Waarschuw uw arts als u hier last van heeft.

  • Een ziekte van de hersenen (encefalopathie).

    De klachten hangen af van de soort hersenziekte. U kunt klachten hebben als verlamming, bewegingsproblemen, maar ook slaapproblemen, trager zijn, bevende handen en problemen met lopen. Heeft u hier last van? Raadpleeg dan uw arts.

  • Hartritmestoornissen

    U merkt dit soms alleen aan plotse duizelingen of als u even wegraakt. Ook kunt u last hebben van hartkloppingen en een snellere of tragere hartslag. Heeft u hier last van? Waarschuw dan uw arts. 

  • Ophoesten van bloed. Waarschuw direct uw arts als u hier last van heeft.

  • Overgevoeligheid voor dit medicijn. 

    • Dit merkt u aan huiduitslag en galbulten. 
    • Een ernstige overgevoeligheid merkt u aan benauwd zijn, flauwvallen of een opgezwollen gezicht, keel of tong. Ga dan meteen naar een arts of naar de Eerste-hulpdienst. 
    • Als u overgevoelig bent mag u dit medicijn in de toekomst niet meer gebruiken. Geef dat door aan de apotheker. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u dit medicijn niet opnieuw krijgt.

Uitleg frequenties

Regelmatig : bij meer dan 30 op de 100 mensen
Soms : bij 10 tot 30 op de 100 mensen
Zelden : bij 1 tot 10 op de 100 mensen
Zeer zelden : bij minder dan 1 op de 100 mensen

Mag ik isavuconazol gebruiken met andere medicijnen?

Dit medicijn heeft wisselwerkingen met andere medicijnen. In de tekst hieronder staan alleen de werkzame stoffen van deze medicijnen, dus niet de merknamen. Of uw medicijn een van die werkzame stoffen bevat, kunt u nagaan in uw bijsluiter onder het kopje ‘samenstelling’.

De medicijnen waarmee de belangrijkste wisselwerkingen optreden, zijn de volgende.

  • De antischimmelmedicijn ketoconazol. Ketoconazol kan de bijwerkingen van isavuconazol sterker maken. Andersom kan isavuconazol de bijwerkingen van ketoconazol sterker maken. Gebruik deze medicijnen niet samen. Overleg met uw arts als u een van deze medicijnen gebruikt of moet gaan gebruiken.
  • De afweeronderdrukkers, sirolimus en tacrolimus. Overleg met de arts die de afweeronderdrukker voorschrijft.
  • De medicijnen tegen cystische fibrose ivacaftor en lumacaftor. Uw arts zal u extra controleren. Soms past de arts de do sering aan van ivacaftor en lumacaftor.

De volgende medicijnen zorgen ervoor dat isavuconazol minder goed werkt. Overleg hierover met uw arts. Als u stopt met het medicijn duurt het een paar weken totdat dit effect op isavuconazol weg is.

  • Hypericum (sint-janskruid), een kruidenmiddel tegen depressieve klachten.
  • Flucloxacilline, een antibioticum.
  • De medicijnen tegen tuberculose rifampicine en rifabutine.
  • De medicijnen tegen epilepsie carbamazepine, fenobarbital, fenytoïne en primidon. Sommige van deze medicijnen worden ook gebruikt bij zenuwpijn en manische depressie.
  • Mitotaan, een medicijn tegen de ziekte van Cushing en bijnierschorskanker.
  • Sommige medicijnen tegen hiv. Vraag aan uw apotheker om welke medicijnen dit gaat.
  • Sommige medicijnen tegen kanker. Vraag aan uw apotheker om welke medicijnen dit gaat. Overleg hierover met uw arts.

Twijfelt u eraan of een van de bovenstaande wisselwerkingen voor u van belang is? Neem dan contact op met uw apotheker of arts.

Kan ik met dit medicijn autorijden, alcohol drinken en alles eten of drinken?

Autorijden?
Dit medicijn kan bijwerkingen veroorzaken, zoals duizelig zijn en moeheid. Heeft u hier last van? Dan mag u niet autorijden. Het kan gevaarlijk zijn aan het verkeer deel te nemen zo lang u last heeft van deze bijwerkingen.

Gebruikt u ook andere medicijnen die deze bijwerkingen geven? Let er dan op dat u meer last kunt hebben van deze bijwerkingen.

Alcohol kan de bijwerking van dit medicijn sterker maken. Hierdoor kunt u extra suf of slaperig worden. Gebruik daarom liever geen alcohol of drink minder alcohol als u dit medicijn krijgt.

Voor meer algemene informatie kunt het thema ‘Medicijnen in het verkeer‘ lezen. In dit thema leest u bijvoorbeeld wat de wet zegt over medicijnen in het verkeer. Ook vindt u adviezen waarmee u rekening moet houden als u wel (weer) mag autorijden.

Alcohol drinken?
Door alcohol wordt u sneller slaperig door dit medicijn. Bovendien verhoogt alcohol de kans op maagklachten en versterkt het de kans op duizeligheid. Gebruik daarom liever geen alcohol als u dit medicijn krijgt.

Alles eten?
Bij dit medicijn zijn hiervoor geen beperkingen.

Mag ik dit medicijn gebruiken als ik zwanger ben, wil worden of borstvoeding geef?

Zwangerschap
Gebruik dit medicijn NIET als u zwanger bent of binnenkort wilt worden. Over het gebruik van dit medicijn tijdens de zwangerschap is nog te weinig bekend. Meld het in elk geval aan uw arts en apotheker zodra u zwanger bent of binnenkort wilt worden. Zo mogelijk kunt u (tijdelijk) overstappen op een ander medicijn.

Borstvoeding
Geef GEEN borstvoeding als u dit medicijn gebruikt. Dit medicijn komt terecht in de moedermelk. Wilt u borstvoeding geven, overleg dan met uw arts. Mogelijk kan uw arts u (tijdelijk) een ander medicijn voorschrijven, waarvan wel bekend is dat u het veilig kunt gebruiken. Of u kunt flesvoeding geven.

Hoe gebruik ik dit medicijn?

Hoe?

Via een infuus in uw bloedvat
U krijgt dit medicijn in het ziekenhuis van uw verpleegkundige of arts. Het infuus duurt ten minste 1 uur.

Als een capsule om in te nemen
Kijk voor de juiste dosering altijd op het etiket van de apotheek of in de bijsluiter.

  • Neem de capsule zonder te kauwen in met een glas water. Maak de capsule NIET open of los deze NIET op in water.
  • U kunt de capsules met of zonder eten innemen.

Wanneer?

U krijgt dit medicijn de eerste 2 dagen elke 8 uur. Daarna krijgt u het 1 keer per dag. Het infuus krijgt u in het ziekenhuis. De capsules neemt u zelf in.

Hoe lang?

Voor een goed resultaat moet u de hele kuur afmaken. Onderbreek de kuur niet. Ook als u geen last meer heeft van de infectie moet u de kuur afmaken. Dat u geen last meer heeft van de infectie betekent nog niet dat alle schimmels of gisten zijn verdwenen.

Uw arts bepaalt hoe lang u dit medicijn moet gebruiken. De behandeling kan langer dan 6 maanden duren.