Adresgegevens

Noorderhoofdstraat 23
1561 AS Krommenie

Tel: 075-6216655
E-mail: info@noorderapotheek.nl

Terug naar overzicht

Medische Encyclopedie

Inhoud

lanreotide

Lanreotide lijkt op het lichaamseigen hormoon somatostatine. Het remt de aanmaak van veel soorten hormonen, onder andere van het groeihormoon.

Artsen schrijven lanreotide voor bij verschillende tumoren (kanker) van organen die hormonen produceren, zoals een tumor van de hypofyse die kan zorgen voor te veel groeihormoon (acromegalie) of een te snelle schildklierwerking, een tumor van maag- of darmwand (bijvoorbeeld carcinoïd) en een tumor van de pancreas (alvleesklierziekte).

Wat doet lanreotide en waarbij gebruik ik het?

Kanker

Hormonen regelen de functies van het lichaam en hebben daarom verschillende effecten. Ze worden door veel organen in het lichaam gemaakt. Door een tumor van een van deze organen kan te veel van een bepaald hormoon in het bloed komen, met ernstige ziektes tot gevolg.

Voorbeelden van zulke tumoren zijn tumoren van maag of darmen, zoals carcinoïdsyndroom, tumoren van de alvleesklier, zoals insulinoom en glucagonoom of tumoren van hypofyse (een  klier in de hersenen die hormonen aanmaakt), met als gevolg te veel groeihormoon of te veel schildklierhormoon.

Carcinoïd
Carcinoïd kan op verschillende plaatsen in het lichaam ontstaan, maar meestal in de darmen. Het is een  tumor die hormonen maakt. Deze hormonen zorgen voor de klachten. De klachten kunnen verschillen per persoon, omdat de tumor op verschillende plaatsen kan zitten en daar weer andere hormonen maakt. Het carcinoïd maakt wel altijd het hormoon serotonine.

De klachten van carcinoïd zijn onder andere:

  • opvliegers of aanvallen van blozen in het gezicht, op de armen en op de borst. Deze aanvallen ontstaan vaak door emoties, alcohol of warme dranken;
  • ernstige diarree, darmkrampen en darmgerommel;
  • minder opname van voedsel uit de darmen en vette poep;
  • benauwd zijn en piepende ademhaling;
  • ernstige moeheid.

Behandeling
Als het mogelijk is, wordt de tumor met een operatie verwijderd. Als dat niet mogelijk is of onvoldoende effect heeft, zal de arts medicijnen voorschrijven tegen de klachten, zoals lanreotide.

Werking
Lanreotide lijkt op het lichaamseigen hormoon somatostatine. Het remt de aanmaak van veel soorten hormonen, zoals bepaalde hormonen van de maagwand, darmwand, alvleesklier en hypofyse. Het kan bij sommige tumoren ook de groei trager maken.

Effect
Het effect van lanreotide is vooral te merken aan het minder worden van het warmtegevoel, blozen en de diarree.

Lees meer over kanker . “

Teveel aan groeihormoon

Groeihormoon (somatotropine of somatropine) is een lichaamseigen hormoon, gemaakt door de hypofyse. De hypofyse is een orgaan in de hersenen.

Oorzaak
Een teveel aan groeihormoon veroorzaakt de ziekte acromegalie. Het teveel aan groeihormoon is meestal het gevolg van een goedaardige tumor in de hypofyse.

Door het teveel aan groeihormoon ontstaan een sterke groei van de vingers, tenen, handen, voorhoofd, kin, lippen en neus. Verder hebben mensen vaak last van hoofdpijn, zweten, gewrichtspijn en tintelingen.

Behandeling
In de meeste gevallen is een hersenoperatie of bestraling nodig om de tumor in de hypofyse weg te halen. Als dit onvoldoende effect heeft, dan kan de arts een continue behandeling met lanreotide voorschrijven. Dit medicijn kan ook voor de operatie of bestraling worden gebruikt of als dit niet mogelijk is.

Werking en effect
Lanreotide remt de aanmaak van het groeihormoon. Het maakt zo de klachten van acromegalie minder. In sommige gevallen neemt ook de grootte van de tumor af. De injectie onder de huid werkt 4 weken.

Lees meer over teveel aan groeihormoon . “

Te snelle schildklierwerking

Een tumor van de hypofyse kan een grote hoeveelheid schildklierstimulerend hormoon afgeven.

Deze tumor wordt meestal met een operatie of bestraling behandeld. Als dat niet mogelijk is of niet voldoende effect heeft, kan de arts lanreotide voorschrijven. Lanreotide verlaagt de hoeveelheid schildklierstimulerend hormoon, waardoor de schildklier minder hard zal werken.

Lees meer over te snelle schildklierwerking . “

Alvleesklierziekten

Bij een zeer zeldzame vorm van kanker kan de alvleesklier te veel insuline of glucagon aanmaken. Insuline is een hormoon dat glucose uit het bloed naar de lichaamscellen stuurt. Glucagon maakt glucose vrij uit de lichaamscellen.

Al er te veel insuline in het bloed is, gaat ook te veel glucose uit het bloed naar de lichaamscellen. Dit heet een hypoglykemie of hypo. De klachten hiervan zijn honger, een wisselend humeur, in de war zijn, hoofdpijn, moeheid, duizelig zijn, bleek gezicht, wazig zien, beven en zweten. Bij een ernstige hypo kan je bewusteloos raken.

Als er te veel glucagon in het bloed is, komt er te veel glucose in het bloed. Dit veroorzaakt bepaalde klachten die lijken op diabetes (suikerziekte), zoals veel plassen, veel drinken en gewichtsverlies. Verder is een verschijnsel van te veel glucagon een roodbruine huiduitslag en roodbruine tong.

Behandeling
De tumor van de alvleesklier wordt meestal verwijderd met een operatie.

Als een operatie niet mogelijk is of te weinig effect heeft, zal de arts medicijnen voorschrijven. Een van die medicijnen is lanreotide.

Werking
Lanreotide remt de aanmaak van insuline en van glucagon. Hierdoor wordt de hoeveelheid van insuline en glucagon in uw bloed minder.

Doordat insuline afneemt, merkt u dat de klachten van een hypo minder worden.

Bij een lager hoeveelheid glucagon in uw bloed zullen de huiduitslag en verkleuring van de tong minder worden.

Lees meer over alvleesklierziekten . “

Wat zijn mogelijke bijwerkingen?

Soms (bij 10 tot 30 op de 100 mensen)

  • Maagdarmklachten, zoals diarree, buikpijn en bij een langdurige behandeling glastenen

    Zelden kunt u last krijgen van misselijk zijn, overgeven, verstopping, winderigheid, weinig eetlust en afvallen. Verder maagpijn, zuurbranden en een opgeblazen gevoel of een vette poep.

Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

  • Hoofdpijn

  • Moe zijn en een zwak gevoel.

  • Duizelig zijn

  • Spierpijn

  • Haaruitval

  • Minder zweten

  • Klachten op de plek van injectie, zoals pijn, een harde plek, knobbels en jeuk.

    Zeer zelden een ontsteking op de plek van injectie.

  • Tragere hartslag, waardoor u sneller kunt flauwvallen.

    Raadpleeg uw arts als u hier last van heeft. Heeft een ziekte aan uw hart? Dan zal uw arts tijdens de behandeling uw hartslag regelmatig controleren.

  • Te weinig glucose (suiker) in het bloed (hypo).

    • U kunt een hypo herkennen aan honger, een wisselend humeur, in de war zijn, hoofdpijn,  moe of duizelig zijn, bleek gezicht, wazig zien, beven, zweten en hartkloppingen. Bij een erge hypo kunt u bewusteloos raken.
    • Heeft u suikerziekte? Dan kan dit erger worden. Uw arts zal tijdens de behandeling regelmatig uw bloedsuiker controleren.
  • Te veel suiker (glucose) in het bloed.

    • Dit kan ontstaan doordat de alvleesklier te weinig insuline aanmaakt. U merkt dat doordat u meer dorst heeft, veel moet drinken en plassen en zich moe voelt.
    • Heeft u suikerziekte? Dan kan dit erger worden. Uw arts zal tijdens de behandeling regelmatig uw bloedsuiker controleren.

Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

  • Een andere kleur van de poep

  • Moeite met slapen

  • Opvliegers

  • Overgevoeligheid voor dit medicijn. U merkt dit aan huiduitslag, galbulten of jeuk. Raadpleeg dan uw arts.

    • Een ernstige overgevoeligheid is te merken aan een zwelling van het gezicht, lippen, mond, tong of keel. U kunt hierbij erg benauwd worden. Waarschuw in al deze gevallen direct een arts of ga naar de Eerste-hulpdienst.
    • Bent u overgevoelig voor dit medicijn? Dan mag u het niet meer gebruiken. Geef dit daarom aan de apotheker door. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u dit medicijn niet opnieuw krijgt.
  • Ontstoken galblaas. U kunt dan ziek worden en koorts krijgen. Heeft u hier last van? Neem dan meteen contact op met uw arts.

  • Ontsteking van de alvleesklier.

    • U kunt dit merken aan buikpijn, maagklachten, vette diarree, gele kleur van uw huid en ogen en veel gewicht verliezen. U kunt ook last krijgen van pijn die uitstraalt naar de rug. Heeft u een van deze bijwerkingen? Waarschuw dan direct uw arts.

Uitleg frequenties

Regelmatig : bij meer dan 30 op de 100 mensen
Soms : bij 10 tot 30 op de 100 mensen
Zelden : bij 1 tot 10 op de 100 mensen
Zeer zelden : bij minder dan 1 op de 100 mensen

Mag ik lanreotide gebruiken met andere medicijnen?

Er zijn van dit medicijn geen belangrijke wisselwerkingen met andere medicijnen bekend.

Kan ik met dit medicijn autorijden, alcohol drinken en alles eten of drinken?

Ja, dat kan. U mag autorijden, en u mag eten en drinken zoals u normaal doet.

Mag ik dit medicijn gebruiken als ik zwanger ben, wil worden of borstvoeding geef?

Zwangerschap
Gebruik dit medicijn NIET als u zwanger bent of binnenkort wilt worden. Over het gebruik van dit medicijn tijdens de zwangerschap is nog te weinig bekend. Meld het in elk geval aan uw arts en apotheker zodra u zwanger bent of binnenkort wilt worden.

Borstvoeding
Gebruik dit medicijn NIET als u borstvoeding geeft. Het is niet bekend of dit medicijn in de moedermelk terechtkomt en of het schadelijk is voor de baby. Mogelijk kan uw arts u (tijdelijk) een ander medicijn voorschrijven, waarvan wel bekend is dat u het veilig kunt gebruiken. Of u kunt flesvoeding geven.

Hoe gebruik ik dit medicijn?

Hoe?
Dit medicijn moet onder de huid worden gespoten. Uw arts of verpleegkundig zal u laten zien hoe u dit medicijn moet gebruiken.

Bewaar de injecties in de koelkast (niet in het vriesvak).

Wanneer?
Meestal moet u de injectie elke 4 weken gebruiken.

Hoe lang?
Hoe lang u dit medicijn moet gebruiken hangt af van uw ziekte. Uw arts bepaalt dit voor iedere patiënt apart. Meestal krijgt u dit medicijn voor een lange tijd, zolang het effect heeft op uw ziekte en u geen last heeft van erge bijwerkingen.